Veiligheid in zwembaden

Veiligheid en zwembaden is een understatement. Hoe vaak lees je niet dat er gedoe in zwembaden is rondom (sociale) veiligheid. (Bijna)verdrinkingsgevallen, ongewenst gedrag van bezoekers, maar ook inzet van conflicten tussen werknemers en werkgevers wordt in de media breed uitgemeten. De berichtgeving schetst dan een ongewenst beeld van het vak toezichthouder als een soort vakantiebaantje of een baantje dat er niet toe doet.

Niets is echter minder waar!

Een baan als toezichthouder brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. De badgast vertrouwt er op dat in precaire situaties, of nog liever preventief, een vakbekwame toezichthouder op juiste wijze een helpende hand verleend om de ongewenste situatie te neutraliseren of te voorkomen.

Dat het werk van een toezichthouder het basisfundament vormt van veiligheid en recreëren in zwembaden volgt uit de Wet Hygiene en Veiligheid Bad en Zweminrichtingen (WHVBZ) en het Besluit Hygiene en Veiligheid Bad en Zweminrichtingen (BHVBZ). In de wet en het bijbehorende besluit worden de criteria en parameters van hygiene en veiligheid veelal dwingend voorgeschreven. Het Keurmerk Veilig & Schoon, schoolzwemprotocollen en bijdragen van het deskundigen beraad vullen aan en borgen het gestelde in de wet. Op het gebied van veiligheid is de houder van de inrichting verantwoordelijk om zorg te dragen voor het 'in voldoende mate' houden van toezicht in haar/zijn zwembad. Hier staat de houder niet alleen in, want uit gerechtelijke uitspraken en jurisprudentie blijkt dat de toezichthouder op met name houding en gedrag aanspreekbaar is. Al met al een beroep met grote verantwoordelijkheid!